
Geruchten
Dat je benen zet waar handen horen.
Of zingt wanneer je bent verloren.
Dat je neerstort maar nooit valt.
Of kleur geeft aan het zwarte asfalt.
Dat je cirkels rechte hoeken geeft.
Of onbevreesd vecht maar beeft.
Dat je water schildert boven de zee.
Of alleen beter vindt met twee.
Dat je het fabeldier zoekt waar monsters schuilen.
Of tranen schenkt aan zij die huilen.
Dat je zalven wilt maar toch weer slaat.
Of altijd zwijgt en nooit meer praat.
Dat je dingen zegt zoals
‘vaarwel’, ‘het ga je goed’, en ‘tot nooit meer’,
maar uiteindelijk toch terugkeert.

Vliegen
(het verkopen van dromen)
Een wetenschapper. Zo zou je me kunnen omschrijven.
Een reizende wetenschapper. Vaak sneller dan het geluid. En ik maak daarbij berekeningen. Die niemand begrijpt.
En tijdens mijn reizen zweef ik door de donkerte. Waar ik niemand ken en niemand mij hoort.
Ik ben een wetenschapper. Met gestrekte handen staar ik naar de sterren en droom van degene die nooit van mij zullen zijn.
Eenmaal wakker meet ik de afstand tussen de aarde en mezelf. En vraag me af of ik me verwijder. Of dat het nu net zij is die niet meer blijft.
Ik was een wetenschapper. In een studio vol valse stenen.
Ik was een wetenschapper. En deed de hele tijd perfect alsof.
Zodat op een dag een kind zou zeggen:
“Later word ik astronaut.”
(vrij naar Neil Armstrong - de eerste mens op de maan)
De Verhoudingen
Het is tien minuten geleden dat je vanuit mijn schrijfkamer de aanpalende ruimte indook. Daar waar nu het douchevocht van de muren druipt en lavendel, kamille en honing me toewaaien.
Doorheen kleine wolkjes van stoom stap je aarzelend op mijn grijpende armen toe. Ik voel kant en een zachte verdikking van de stof net één centimeter boven je tepel. Ze laten me glijden naar de fijne haartjes rondom je navel.
Eindelijk kan ik alles betasten. Het opeisen. Het in bezit nemen.
Met mijn linkerhand om je bil laat ik mijn schrijfpen langs de binnenkant van je dij gaan en kras er haast achteloos de eerste letters van mijn naam.
Je trekt me dieper tussen je benen en sist met het topje van je tong tegen je bovenste tanden. De pen draait tussen mijn vingers en ik duw hem trager dan ik wil naar binnen.
***
Ik keer bladzijden om en verbeter. Trek harde rode lijnen doorheen formele woorden. De achterkant van de pen haal ik langs mijn neus terwijl mijn andere hand naar beneden glijdt. De eindconclusie over jouw thesis kan nog even wachten.